Kanker en angst

Samenvatting

Angst voor kanker is een begrip dat in de huidige wetenschappelijke literatuur uitgebreid aan bod komt, maar waar nog geen eenduidige conclusies over bestaan. Dit artikel tracht een overzicht te geven van de beschikbare literatuur over angst voor kanker en de link hiervan met kankerinformatie in de massamedia. De huidige massamedia bevatten immers een enorme hoeveelheid gezondheids- en kankerinformatie. Dit kan een invloed hebben op kennis, attitudes, angstniveaus en gedragingen. De informatie die in de massamedia te vinden is, is heel divers. Wetenschappelijke websites en informatieve documentaires, lotgenotenfora, entertainment programma’s zijn slechts enkele van de voorbeelden. Bovendien blijkt uit recente wetenschappelijke studies dat mensen verschillende kankerinformatiezoekprofielen hanteren: actief zoeken, scannen en bewust vermijden. Daarnaast bespreekt dit artikel de resultaten van een onderzoek gevoerd door de School voor Massacommunicatieresearch (KU Leuven)1. De Leuvense Kanker Informatie Survey werd afgenomen bij 2008 deelnemers (zowel personen met als zonder kankerdiagnose) om onder andere mediagebruik, informatiezoekprofielen en angst voor kanker te meten en aan elkaar te linken. Uit de analyses van dit onderzoek blijkt dat blootstelling aan televisie samenhangt met meer angst voor kanker. Bovendien was angst voor kanker geassocieerd met de drie soorten kankerinformatie-zoekprofielen. Ten slotte worden in dit artikel enkele conclusies en implicaties voor artsen, gezondheidsmedewerkers, campagneontwikkelaars en anderen besproken.

Keywords: Fear of cancer, mass media, cancer information, cancer patients, information management.

Kanker en angst

Cijfers van deWHO (World Health Organization) tonen aan dat de prevalentie van kanker in België bij de hoogte ter wereld behoort (1).Gemiddeld krijgen 181 mensen in België per dag een kankerdiagnose (2). Mede omwille van deze hoge prevalentie, maar ook omwille van denegatieve connotatie die rond kanker hangtmet betrekking tot overlevingskansen en levenskwaliteit, ervaren veel mensen angst voor kanker. Bovendien toonde onderzoek aan dat een hoog percentage van de bevolking fatalistische overtuigingen zou hebben over kanker (3). Dit zou gevaarlijk kunnen zijn, aangezien dezelfde studie aantoonde dat personen met meer fatalistische overtuigingen een ongezondere levensstijl hadden.

Voor sommige personen is hun gepercipieerde angst voor kanker reëel, bijvoorbeeld omdat ze een familiale voorgeschiedenis hebben van borstkanker. Bij anderen is deze gepercipieerde angst niet op directe ervaring gebaseerd.In het verleden hebben verschillende studies angst voor kanker onderzocht in combinatie met onder andere screening gedrag, hulpzoekend gedrag en levensstijl. Een review artikel over borstkankerscreening stelde dat angst één van de meest onderzochte emoties is (4). Desondanks blijft er een grote onduidelijkheid rond dit begrip hangen. Het lijkt erop dat angst anders werkt bij verschillende personen. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat angst voor kanker bij sommige personen ervoor zorgt dat ze net gezonder gaan leven, terwijl het bij anderen ervoor kan zorgen dat ze zich bewust isoleren voor alles wat met kanker te maken heeft.Ook volgens het Extended Parallel Process Model (5), een model dat een theoretische basis geeft aan hoe individuen zich gedragen als ze met angst opwekkende boodschappen worden geconfronteerd, kan angst zowel een voorspeller zijn van preventief gedrag als van negatief gedrag. Ook het hierboven vermelde review artikel (4) concludeerde dat het onduidelijk blijft hoe angst werkt en dat angst zowel kan zorgen voor meer screening, alsook voor een barrière tot screening.

Gezondheidsinformatie in de massamedia

Vandaag de dag is gezondheidsinformatie overal beschikbaar. Ook de massamedia bevatten eenenorme hoeveelheid aan gezondheids- en kankerinformatie. Als je bijvoorbeeld het woord “kanker” intypt in Google, krijg je binnen de seconde toegang tot 3 680 000 weblinks. Kankerinformatie op het internet omvat wetenschappelijke websites, maar ook veel informatievewebsites, lotgenotenfora en blogs. Niet enkel online, maar ook in de andere media zoals televisie en kranten komen gezondheids- en kankerinformatie vaak aan bod. Dit kan informatief zijn (zoals een documentaire of een krantenartikel), maar dit kan ook een onderdeel van entertainment zijn (kijk maar naar alle ziekenhuisseries).

De media worden vaak aangeduid als een doorgeefluik voor informatie waarover een individu geendirecte voorkennisheeft (6). Onderzoek suggereerde al in 1969 dat de geschreven pers de belangrijkste bronwas voor gezondheidsinformatie (7). Meer recent toonde een survey in opdracht van de Europese Commissie aan dat 20% van de Europeanen televisie aanduiden als eerste bron waar ze informatie halen omtrent gezondheid (8). Daarnaaststelde een andere studie (9) dat mensen die minder gezondheidsbewust zijn, televisie als primaire bron beschouwen als het over gezondheid gaat. Ook op het internet is gezondheidsinformatie de laatste jaren sterk toegenomen (6). Online gezondheidsinformatie is een populair thema. Hier wordt ook wel eens de verwijzing naar “Dokter Google” bij gemaakt. Bovendien blijkt dat 42% van deze Europese inwoners dit een valide bron voor informatieverwerving vinden (8). Aangezien 80% van de Belgische bevolking in 2013 een internetaansluiting had thuis (10), lijkt het aanneembaar dat een groot deel van de Belgische bevolking gezondheids- en kankerinformatie tegenkomt op het web.

Inhoudsanalyses hebben aangetoond dat zowel in de geschreven pers, op televisie en op het internet, kankerinformatie vaak voorkomt (6). Niet al deze informatie online, op televisie, en in andere media is altijd even correct en neutraal. Zo blijft het bijvoorbeeld nog onduidelijk hoe betrouwbaar persoonlijke kankerverhalen op het internet zijn. Een literatuurstudie (11) stelde de accuraatheid en correctheid van online lotgenotengroepen in vraag. Deze auteurs stelden dat persoonlijke ervaringen vaak misleidend kunnen zijn. Andere onderzoekers merkten op dat er, naast het feit dat er veel correcte enbegrijpbare informatie op het internet te vinden is, ook incorrecte informatie online staat wat negatieve effecten kan hebben voor de lezers ervan (12). Ook een inhoudsanalyse van Vlaamse televisieprogramma’s stelde dat er veel gezondheid gerelateerde informatie op televisie aan bod komt (13). Bovendiengaf deze gezondheidsinformatie vaak de boodschap aan kijkers dat ook zij vatbaar zijn voor deze gezondheidsproblemen. Deze studie concludeerde dat de televisieprogramma’s minder aandacht gaven aan behandeling en preventie.

Kankerinformatie zoekprofielen

Naast de sterke stijging in de hoeveelheid beschikbaregezondheidsinformatie tijdens de laatste decenniamoet er ook rekening worden gehouden met een mondigere patiënt. Er wordt gesproken over een evolutie van een passieve dokter-patiënt relatie naar een interactieve omgeving, waarin de patiënt zelf een participerende en actieve rol speelt in zijn eigen gezondheidsbeslissingen. Deze actieve patiënt gaat ook zelf op zoek naar informatie over ziektes, symptomen, behandelingen en lotgenoten.

De wetenschappelijke literatuur onderscheidt drie vormen van kankerinformatieverwerving; informatie zoeken, informatie scannen, en informatie vermijden.Kankerinformatie zoeken is het actief en doelgericht zoeken van informatie over kanker via de massamedia en via interpersoonlijke contacten (14). Vaak gebeurt het echter ook dat een persoon niet doelgericht op zoek is naar kankerinformatie, maar toch toevallig kankerinformatie tegenkomt en er aandacht aan schenkt, zoals bijvoorbeeld wanneer men naar televisie kijkt of aan het surfenis op het internet. Dit werd gedefinieerd als informatie scannen (14 - 15) en onderzoek toondeaan dat dit vaker voorkomt dan actief informatie zoeken (15).Tot slot zijn er ook mensen die bewust kankerinformatie vermijden (16,17). Dit wordt gedaan om gevoelens van onzekerheid, angst, stress en mentaal ongemak te vermijden (17 - 19). Deze drie kankerinformatiezoekprofielen zijn bewuste informatiemanagementstrategieën (19) en zijn gerelateerd aan de psychologische coping stijlen van Miller,monitoring en blunting genoemd (20). Monitors voelen zich beter bij een hogeinformatie-input, terwijl blunters zich comfortabeler voelen met zo min mogelijk informatie.

Naar deze verschillendekankerinformatiezoekprofielen werden al meerdere empirische onderzoeken gevoerd. Deze toonden aan dat in een steekproef van kankerpatiënten, 75% bewust informatie opzocht (21). In een andere studie in een steekproefvan de algemene bevolking werd aangetoond dat 30% van de respondentenblunters waren (20). Onderzoek toonde aan dat kankerinformatie zoeken en scannen positief geassocieerd waren met kennis, screeninggedrag en levensstijl (15). Het bewust vermijden van kankerinformatie hing dan weer samen met directe ervaring met kanker en met meer angst voor kanker (22).


 De literatuur en de resultaten die in dit artikel worden besproken, zijn gebaseerd op twee wetenschappelijke artikels:

Nelissen, S., Beullens, K., Lemal, M., Van den Bulck, J. Predictors of cancer fear: the association between mass media and fear of cancer among cancer diagnosed and nondiagnosed individuals. J Cancer Educ 2015;30:68-74.

Nelissen, S., Beullens, K., Lemal, M., Van den Bulck, J. Fear of Cancer is Associated with Cancer Information Seeking, Scanning and Avoiding: A Cross-Sectional Study Among Cancer Diagnosed and Non-Diagnosed Individuals. Health Info Libr J 2015. Accepted for publication.


Post a Comment

Artikel Terkait Tips Motivasi